De roodoogmakikikker komt voor in delen van Midden-Amerika en leeft in tropische regenwouden. Het is een boombewoner die 's nachts actief is en zich overdag verstopt tussen de bladeren.
De roodoogmakikikker wordt ook wel roodoogboomkikker of roodogige boomkikker genoemd. De kikker dankt het eerste deel van zijn Nederlandstalige naam aan de helderrode ogen, en het tweede deel aan het feit dat de soort tot de makikikkers behoort. Er zijn twee geslachten waarvan de vertegenwoordigers zo worden genoemd, naast de soorten uit het geslacht Agalychnis worden ook soorten uit het geslacht Phyllomedusa met makikikker aangeduid.
Mannetjes worden maximaal 5,5 cm en vrouwtjes maximaal 7 cm. De vrouwtjes zijn meestal iets dikker en hebben van opzij gezien een wat stompere snuit. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes kwaken om zo hun territorium af te bakenen, echter alleen het mannetje heeft een paringsroep. De dieren zijn nachtactief en slapen overdag op een blad of in een oksel van een bromelia.
De dieren komen van nature voor op de grote bladeren van planten in het oerwoud of in de omgeving hiervan. Hier is het altijd vochtig en is een gemiddelde temperatuur van ongeveer 26°C, waarbij het ’s nachts een paar graden afkoelt. De roodoogmaki is een boomkikker en heeft graag een terrarium vol met planten, vooral planten met wat grotere bladeren. Overdag slapen ze meestal onder de bladeren. Gezien zijn territorium- en voorplantingsgedrag vraagt hij om een wat groter terrarium. Een niet al te diepe waterpartij is ook erg belangrijk, de roodoogmaki maakt af en toe graag gebruik van een duik in water, niet dat hij zwemt, maar hij zit soms graag even in het water en klimt er dan weer uit.
Deze boomkikkers eten alleen levend voer. In gevangenschap kunnen fruitvliegen, kleine krekels, krulvliegen, wasmotten, kleine nachtvlinders en andere insecten ter grote van een krulvlieg gegeven worden.Voor een goede ontwikkeling hebben de dieren ook behoefte aan vitaminen en mineralen. Op de markt zijn verschillende fijne poeders om bijvoorbeeld de fruitvliegen te bestrooien zodat de kikkers de insecten met poeder opeten.
De wetenschappelijke naam Agalychnis callidryas wordt uitgesproken als aagalieg-nis kallie-drie'as. De wetenschappelijke soortnaam callidryas betekent vrij vertaald prachtige boomnimf; het Griekse 'kallos' betekent prachtig en 'dryas' betekent boomnimf.