Direct beschikbaar : 0
Ben je geïnteresseerd of heb je vragen over onze Bichenowastrilde ? Vraag ons team nu vrijblijvend !
Deze soort telt twee ondersoorten: T. b. annulosa: noordwestelijk en noordelijk Australië. T. b. bichenovii: oostelijk Australië. Het leefgebied bestaat uit half open bos, scrubland, vegetatie langs waterlopen, suikerrietvelden, onkruid langs wegen en ook in parken en tuinen.
Schedelkapje, nek en rug zijn grijs. Een apart wit gezichtje, omgeven door een zwarte lijn die loopt van de snavel boven het oog langs, om de wangen heen naar het onder de keel een nekband vormend. Keel en borst zijn wit met daartussen nog een zwarte band. De buik is grijsachtig wit. De vleugels zijn bruin-grijs met witte vlekjes. De romp en de staart zijn zwart. Het mannetje is praktisch gelijk aan het vrouwtje. De totale lengte van Bichenows astrild is 9–10 centimeter.
Hoewel de bichenow sterk is, heeft de vogel ook bescherming nodig. In een milde winter hebben ze geen verwarming nodig, maar het kan geenszins kwaad om de vogels de mogelijkheid te geven om verwarmd te zitten in een halfopen nachthok. Bovendien is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de vogeltjes uit de tocht zitten. Zelfs in een milde winter kan een scherpe wind de afweer alsnog dusdanig aantasten dat de bichenowastrilde verzwakt raakt en kan sterven. Zoals de meeste vogels, houdt de bichenow ervan om hoog te zitten. Probeer hierop in te spelen met de behuizing.
De hoofdvoeding van Bichenow astrildes bestaat uit tropenzaad. In het voorjaar wordt dit aangevuld met eivoer en buffalowormen om de paringsdrift op gang te brengen en aan de eiwitbehoefte van de jongen te voldoen.
Er is enig verschil tussen man en pop. Het popje heeft veelal een smallere zwarte keel- en borstband die meestal ook wat minder intensief van kleur is dan bij de man. Ook het witte masker is bij de pop minder intensief wit dan bij de man. Verder heeft de man diep zwarte vleugeldekveren en een diep zwarte staart . Bij de pop zijn deze grijszwart. De beste zekerheid geeft echter de zang. Het mannetje zingt en het popje niet. Bichenowastrildes zijn erg verdraagzame vogels en kunnen dan ook prima in een gezelschapsvolière met andere vogels en soortgenoten worden gehouden. In de broedperiode duldt het mannetje echter geen andere vogels in de buurt van het nest.
