De spitsstaartamadine (Poephila acuticauda) is een vogel uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae) oorspronkelijk afkomstig uit noord- en noordwest-Australië.
Hij lijkt veel op de gordelgrasvink, maar hij heeft een veel langere zwarte staart. Het kopje is van boven zilvergrijs met een zwarte streep vanaf de rode tot soms (bleek)gele snavel naar het oog. Hij heeft een zwarte keel- en borstvlek (bef), die bij het vrouwtje iets smaller is dan bij het mannetje. De vleugels zijn bruin, borst en buik roze-bruin. De staartwortel is wit en de staart zelf, waarvan de twee middelste veren sterk verlengd zijn is bruinzwart. Zijn totale lengte, van kop tot puntje van de staart, is 15 tot 16,5 centimeter.
De spitsstaartamadine is een prima te houden vogel en zijn zeer geliefd bij volièrehouders. Ze zijn heel actief en zeer sociaal. Ze kunnen met vele andere volièrevogels samen. Ze vertonen zich in alle lagen van de volière. Het zijn sterke vogels die prima ons klimaat aankunnen, maar voor de nacht is een tocht- en vorstvrij binnenhok wel vereist. Ze slapen alleen in nestkastjes, hang dus een aantal op in de volière zodat ze genoeg keus hebben.
Een zaadmengsel voor kleine tropische vogels is voor deze leuke vogel voldoende als basis. Dit kun je regelmatig aanvullen met kiemzaad, fruit, groenvoer, onkruidzaden en halfrijpe zaden. Hier zullen ze van smullen. Natuurlijk dienen maagkiezel en grit ook altijd aanwezig te zijn in de volière. Hierdoor kunnen ze de zaden die ze eten beter afbreken in hun maag.
Het mannetje en het vrouwtje zijn nauwelijks te onderscheiden van elkaar. Je kunt het slechts opmerken aan de zang en balts. Alleen het mannetje doet dit namelijk.